|
||||||||
Dit duo behoeft eigenlijk geen voorstelling meer. Enfin, dat denk ik toch. Als je Carla Olson bent en samengewerkt hebt met Ry Cooder, John Fogerty, Mick Taylor en Gene Clark, om slechts die te noemen, dan hoort je naam te klinken als een klok. Als je Todd Wolfe bent en samengewerkt hebt met Sheryl Crow, Stevie Nicks, Faith Hill en Deborah Coleman, dan hoort de klank van je naam nauwelijks minder duidelijk te zijn. Beiden hebben ook een verleden samen: Wolfe was drie jaar lang de vaste gitarist van Olson en hij speelde mee op zeker vier van haar platen, zodat je met enige stelligheid kunt zeggen dat het duo elkaar al een tijdje kent. Bij een van de ontmoetingen begon het plan te rijpen om samen een plaat te maken, deels eigen nummers, deels covers en op puur akoestische leest geschoeid en kijk, dit is ze en laat ik vooraf al maar zeggen dat ze alles heeft om een klassieker te worden. Dat heeft alles te maken met de verhouding eigen werk / covers, maar vooral met de manier waarop het duo samen speelt en zingt: van Carla kennen we de gitaarstijl, ook van bij The Textones en hoe Todd kan klinken weten we vooral van zijn concerten met Sheryl Crowe. Laat ik beginnen bij de hele mooie covers: die komen oorspronkelijk van Steve Winwood - “Can’t Find My Way Home”, was vijftig (!) jaar geleden een original op de gelijknamige Blind Faith-LP. Gene Clarks “In a Misty Morning” is nauwelijks vier jaar jonger en stond in 1973 op de “Roadmaster”-LP en Mick Jagger’s “Wild Horses”, bij iedereen genoegzaam bekend, komt uit “Sticky Fingers. Iets minder beken, maar ook van Jagger, is het samen met toetsenist Matt Clifford geschreven “Blue”. Dat was de B-kant van “God Gave Me Everything” uit ”Goddess in the Doorway” en gemeenschappelijk aan deze versies is de mate waarin het duo zich de songs eigen maakt: ze verdelen de vocals, spelen beiden erg geïnspireerd gitaar en in het geval van Wolfe komt daar nog heel knap mandolinewerk bovenop. Oude bekenden Victor Bisetti ( Los Lobos, Matthew Sweet) en Tag Wadhams (Sheryl Crow) voegen daar bijzonder subtiel percussie- en baslijnen aan toe, zodat je een groepsgeluid krijgt, dat uitermate “live” klinkt, al werd alles in de studio opgenomen. Dat groepsgeluid is dan weer tekenend voor het merendeel van de eigen songs, die ofwel van beiden zijn, ofwel door Wolfe met oude gabbers R.S. Bryan en Justine Gardner geschreven werden. Al deze ingrediënten samen leveren een klein uurtje heerlijke rootsy en relaxte muziekjes op, gezongen en gespeeld door vaklui met jaren ervaring op de teller. Niks moet, alles kan…dat lijkt zowat het motto geweest te zijn tijdens het maakproces van deze plaat. Dat ís natuurlijk ook zo: geen van beiden hoeft nog iets te bewijzen en ze kennen elkaar zodanig goed, dat ze elkaar ook niet hoeven te overtroeven. Integendeel, ze geven elkaar alle ruimte en doen net hun best om de ander te laten schitteren. Kijk, het volstaat dat je op deze plaat de 14 seconden-test toepast: beluister van alle tracks de intro en ik garandeer u dat de plaat in geen dagen meet uit uw CD-speler te krijgen zal zijn. Dat neemt nochtans niet weg dat ik een kleine voorkeur heb voor opener “Long Road Back” en het aan Marshall Chapman herinnerende “If You Want Me”. Topplaat ! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||